Chasing butterflies...
 a love story



Neem je een pup of een volwassen hond in huis? (of misschien zelfs een senior?)


Een pup

Pups zijn schattig, leuk en hartveroverend en het lijkt zó logisch om een pupje van een zeven of acht weken in huis te nemen. Je kan het helemaal opvoeden volgens jouw maatstaven en je zal kunnen genieten van het zien opgroeien van dit jonge diertje.
Een pup is als het ware een leeg vat, waar je alles in kan stoppen wat een hond moet leren. Mits je de pup goed begeleidt, krijg je een hond die precies aan je wensen en levensstijl zal aangepast zijn.
Wanneer je voor een pup kiest, heb je meer jaren plezier van hem dan wanneer je een oudere hond neemt.
Er is ook een keerzijde : om de pup zindelijk te maken, zal je een paar keer per dag (en per nacht) naar buiten moeten en je pup kan net als een klein kind nog niet de hele dag alleen blijven. Dit zal je hem moeten aanleren samen met de vele andere vaardigheden waarvan je wil dat je hond die op latere leeftijd bezit. Je zal dus de eerste periode veel thuis moeten zijn en voldoende tijd moeten hebben.

Kan je dit regelen? Kan je tijd vrijmaken voor die eerste en o zo belangrijke weken? Kan je voor oppas zorgen als je echt lang weg bent? Hou er ook rekening mee dat het zindelijk maken van een pup iets lastiger is wanneer je in een flat woont want dan moet je telkens (al dan niet met de lift) naar beneden om je pup uit te laten.
Ben je ontzettend netjes op je spullen en heb je echt te weinig tijd om zelf de opvoeding in handen te nemen, dan is een pupje misschien niet de beste optie.
Indien je toch voor een pup kiest, besef dan goed dat zijn opvoeding van jou  afhangt  en dat het veel tijd, geduld en doorzettingsvermogen zal vergen. Pups moeten nog de wereld ontdekken en nog alle bevelen aanleren en jullie zullen samen een band en gewoontes moeten opbouwen. Het fijne is en blijft natuurlijk het feit dat je jouw  pup helemaal kan opvoeden zoals jij dat zelf wilt. Een gouden raad is om reeds van bij het begin aan de pup duidelijk te maken wat wél en niet toegelaten is en hierin consequent te blijven.

Meer hierover : een pup in huis

Een jeugdhond of een volwassen hond ?

Wanneer geduld niet je sterkste punt is en je de onvermijdelijke ‘ongelukjes’ in huis die een pup met zich meebrengt niet ziet zitten, dan kan je eventueel kiezen voor een jeugdhond of zelfs een volwassen hond.
Een jeugdhond van bijvoorbeeld 10 maanden die bovendien al een basisopvoeding meekreeg,  kan al enkele uren alleen blijven en is zindelijk. Op deze leeftijd is de hond bovendien nog zeer ontvankelijk voor het aanleren van nieuwe dingen zodat hij makkelijk verder opgevoed of heropgevoed kan worden. Het aangename voor de (nieuwe) eigenaar is vooral het feit dat de hond al rustig alleen thuis kan blijven. Dit kan zeer handig zijn indien de eigenaar geen volledige dag thuis kan blijven om met de hond bezig te zijn.
Hou er wel rekening mee dat een jonge hond in de pubertijd vaak nukkiger is en zijn grenzen begint af te bakenen. Zijn concentratievermogen is niet altijd optimaal omdat hij “polst” hoe ver hij kan gaan en hoe de hiërarchie precies in elkaar zit. Je zal jouw jeugdhond van bij het begin moeten duidelijk maken wat wél en wat niet kan.
Een jeugdhond en een volwassen hond moeten geen tandjes meer wisselen en zij zullen  dus niet zo snel aan je tafelpoten gaan kauwen.
Een volwassen hond heeft al heel wat geleerd maar ook hier moet  je goed informeren want niet elke volwassen hond kreeg enkel goede zaken aangeleerd, maar vaak ook de verkeerde.

Bij een volwassen hond is de opvoeding in principe reeds gebeurd maar misschien moet je bepaalde zaken nog corrigeren. Een hond blijft tot de laatste snik van zijn leven in staat om nieuwe dingen te leren, dus het kan nog wel, ook al zal het misschien wat langer duren.
Van een volwassen hond, via herplaatsing of uit een asiel, is vaak het een en ander gekend over zijn karakter zodat je je enigszins een beeld kan vormen of deze hond geschikt is voor jou. Maar het kan ook zijn dat die gegevens niet beschikbaar zijn en je te maken krijgt met een hond die te weinig of de verkeerde dingen heeft geleerd en vervelende ervaringen achter de rug heeft of probleemgedrag heeft ontwikkeld. Heb je voldoende kennis en/of ervaring om deze eventuele problemen aan te pakken of wil je je laten begeleiden door ervaren hondeninstructeurs of gedragstherapeuten? Dit kost niet alleen extra energie maar vaak ook extra geld. Soms is het zelfs niet mogelijk om het probleemgedrag op te lossen met alle pijnlijke gevolgen voor beide partijen. Goed begonnen is ook hier half gewonnen.

Een senior

Een hond op leeftijd kan een goede match vormen wanneer je zelf niet zo actief kunt zijn of wanneer je niet kan overzien of je nog gedurende bijvoorbeeld 12 jaar nog voor een hond zal kunnen zorgen. Maar een hogere leeftijd brengt ook weer extra uitdagingen met zich mee: de hond is soms niet meer zo goed ter been, kan ouderdomskwalen krijgen en de kans is groter dan bij een jonge hond dat hij speciaal voer of medicijnen nodig zal hebben.
Dankzij de vooruitgang van de dierengeneeskunde worden dieren nu ouder dan ooit. Wil je bij de aanschaf van een senior weten in welk levensstadium je huisdier zich bevindt, raadpleeg dan een dierenarts want sommige kleine honden zijn pas oud op tien- tot dertienjarige leeftijd, terwijl zeer grote honden op vijfjarige leeftijd als oud beschouwd worden.
Bij een oudere hond zijn de zintuigen minder gevoelig. Doordat je hond dan gaandeweg minder ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft zal hij trager reageren op prikkels van buitenaf. Het achteruitgaan van de zintuigen is echter een langzaam en geleidelijk proces dat je kan vertragen door je oudere hond actief bezig te houden. Ook met een senior kan je nog trainen of spelen en zo hou je zijn zintuigen scherp.

Hou er ook rekening mee dat oudere honden baat hebben bij een aangepaste voeding. Aangezien ze meestal minder bewegen en meer eten dan jonge dieren hebben ze vaker last van overgewicht, wat een verhoogd risico op hartziekten met zich meebrengt. Met behulp van een aangepast dieet kan je het gewicht van je huisdier onder controle houden. Zorg ook voor voldoende lichaamsbeweging, aangepast aan de fysieke toestand van je hond want als je hem zo lang mogelijk actief houdt, hou je hem zowel fysiek als mentaal zo gezond mogelijk.

Conclusie :

Als je al de pro’s en contra’s hebt doorgenomen, zal je misschien inzien dat een pup ontzettend leuk is en een grote uitdaging vormt maar dat veel volwassen honden die herplaatst dienen te worden ook nog recht hebben op een 2de kans.
Misschien ben jij wel de juiste persoon voor een oudere hond?
Of misschien kom je toch liever een pupje kopen?

Mag je dan enkel met je verstand kiezen?
Mag je dan helemaal niet op je gevoel afgaan bij de keuze van een hond?
Ja, natuurlijk wel, en het is zelfs heel verstandig om een hond te kiezen waarbij het “klikt.
Als je het gevoel hebt :dit is hem! dan heb je meer voor hem over, is het gemakkelijker om er energie in te steken en krijg je sneller een goede band.
Probeer alleen om met je verstand een aantal grenzen af te bakenen en probeer om binnen die grenzen te blijven. Niets is tenslotte zo moeilijk als afstand te moeten doen van je hond als je na een tijd tot de conclusie komt dat het gewoonweg niet gaat. Bespaar jezelf en de hond dat scenario.

Volg dus je hart met je verstand !

Neem je een reu of een teef?

Voor sommige mensen maakt het niet uit of hun hond een mannetje (reu) of een vrouwtje (teef) is. Toch zijn er wel een aantal verschillen want elk geslacht heeft zijn eigen karakteristieken.
Het meest opvallend is natuurlijk dat de reu zijn poot optilt bij het plassen. Hij doet dit om zijn  territorium te markeren en het liefst bij elke boom of elke lantaarnpaal. (er bestaan ook teven die dit doen).
Van sommige rassen kunnen de reuen op volwassen leeftijd minder goed omgaan met andere reuen. Reuen zijn vaak iets groter, zwaarder en sterker dan teven. Ze kunnen de neiging hebben om zich buiten meer te laten gelden tegenover andere honden, wat kan resulteren in dominant gedrag. Door een goede socialisatie en een doordachte opvoeding is dit doorgaans wel in goede banen te leiden.
In huis zijn reuen vaak wat aanhankelijker dan teven. Reuen kunnen last van hun hormonen krijgen als er loopse teven in de buurt zijn en kunnen dan weglopen en slecht luisteren. Ze gaan dan letterlijk op veroveringstocht. Sommige reuen raken zo van slag dat ze niet meer willen eten of huilconcerten ten gehore brengen. Een reu kan last hebben van voorhuidontsteking en later prostaatkanker.
Teven worden dan weer loops, waarbij ze bloed verliezen. Een teef kan na de loopsheid schijnzwanger worden en kan baarmoederontsteking krijgen. Uiteraard kunnen teven zwanger worden (hopelijk van de gewenste reu) en nestjes krijgen. Ze kunnen soms wat minder gelijkmatig van karakter zijn dan reuen vanwege hun hormooncyclus.
Buiten zijn teven vaak wat rustiger dan reuen, hoewel er ook teven zijn die vooral tegen andere teven hun status duidelijk willen maken met dominant gedrag. Een teef met een groot ego kan dan andere teven gaan afsnauwen. Met een goede opvoeding hoeft dit niet te gebeuren.
Er is geen verschil in leervermogen tussen een reu en een teef.

Conclusie :

Beide geslachten hebben zo hun voor- en nadelen, het loont dus de moeite om hier even bij stil te staan. Je kan je bij je keuze laten bijstaan door de fokker of door de dierenarts  die hun uiterste best zullen doen om de juiste hond bij de juiste persoon te plaatsen.

Langharig of kortharig?

De vacht is zeker ook een punt om bij stil te staan want de soort vacht is bijvoorbeeld mede bepalend voor de hoeveelheid zand in huis.
Sommige mensen vallen op het hoge knuffelgehalte van een langharige hond, maar zal je het ook blijvend leuk vinden om een paar keer per week die vacht uitvoerig uit te kammen en te borstelen? Ook moeten deze vachten vaak getrimd worden met een steeds terugkerend kostenplaatje.
Een kortharige vacht betekent dat je  minder moet kammen, maar ook deze vachten kunnen flink verharen en korte haartjes achterlaten die nauwelijks uit de vloerbedekking te verwijderen zijn.
Ruwharige vachten moeten meestal geplukt worden door een ervaren hondentrimmer en dit levert extra onkosten op.

Bovendien valt er zelfs over de kleur van de hond en de soort vacht in relatie tot het karakter van de hond iets te zeggen. Bij de Teckel bijvoorbeeld zal de ruwharige veel levendiger zijn dan de rustiger langhaar en de Duitse Herder met wolfsgrauwe vachtkleur komt voornamelijk uit werklijnen en zal dus temperamentvol zijn en meer geschikt voor iemand die ook écht iets met de hond onderneemt.

Bij rassen met veel haar is de lichaamstaal niet altijd goed te zien. Zo kunnen deze honden hun haren niet meer overeind zetten wanneer ze opgewonden zijn en de staart en de oren liggen als het ware verborgen in de vacht. Hierdoor kunnen communicatieproblemen ontstaan met andere honden en dit kan zelfs leiden tot probleemgedrag.
Van sommige rassen met haren voor de ogen kan je je zelfs gaan afvragen hoe en wat zij nog van hun omgeving waarnemen.
Langharige honden met bovendien hangoren hebben vaker last van oorontstekingen omdat de lange oren in combinatie met de lange vacht het gehoorkanaal min of meer afsluiten. Dergelijke honden vragen dus meer verzorging.

De keuze van het ras

Dit is een uiterst belangrijk punt want elk ras heeft niet enkel z’n specifieke kenmerken maar tevens z’n rasgebonden behoeften en deze dienen nauw aan te sluiten aan jouw wensen en mogelijkheden.
Kies dus het ras dat het best overeenkomt met je levensstijl, beschikbare ruimte, vrije tijd, gezondheid, enz.
Hou hierbij rekening met álle factoren van de rasbeschrijving :

  • de fysieke eigenschappen : grootte, soort vacht, kleur vacht, type haar, type oren, …
  • de karakter –en gedragsgebonden eigenschappen

Verlies hierbij niet uit het oog dat die schattige pup  in de foute leefomstandigheden zou kunnen ontaarden in een ongehoorzame boef. Het is namelijk niet altijd voldoende om een hond heel veel liefde te geven (al is dit op zich natuurlijk een perfecte basishouding).
De meesten onder ons beseffen bijvoorbeeld wel dat een (jonge) actieve jachthond best niet dag in dag uit in een klein appartement of een hok gehouden wordt zonder de broodnodige wandeling en beweging.
Waar veel mensen echter vaak niet bij stilstaan, is het feit dat bepaalde hondenrassen écht willen werken en dan bedoel ik dat zowel geestelijk als lichamelijk.

Je kan heel veel van dergelijke honden houden en er eentje aanschaffen om die dan een goede thuis te geven :  dag in dag uit in de tuin laten rondlopen, een mooi hondenhok aanbieden, op tijd en stond eten en drinken geven, … om dan na verloop van tijd toch vast te stellen dat je opgezadeld zit met een hypernerveuze hond die de hele dag blaft, alles stukbijt en maar niet wil gehoorzamen … zo lijkt het …
Wanneer namelijk bepaalde hondenrassen zich onnoemelijk vervelen of gewoon de ruimte niet krijgen  om zich ook geestelijk te ontplooien dan worden deze honden  doodongelukkig en dat kan ontaarden in probleemgedrag.

Niet elke hond wil alleen maar een lui, saai luxeleventje en ligt graag urenlang op zijn kussen in huis of vindt het prima om de ganse dag bij het baasje op schoot te liggen met af en toe een korte plaspauze.

Maar dergelijke rassen zijn er ook.
Een Chihuahua zal zich perfect thuis voelen in een beperkte ruimte en bepaalde rassen zoals de Teckel kunnen tot 8 uur eenzaamheid goed verdragen.
Andere zoals bijvoorbeeld de Engelse Cocker kunnen er echt niet tegen om lang alleen te blijven.


Grote rassen, denk je, hebben natuurlijk meer beweging nodig dan kleinere rassen. Dit heeft niet altijd met de grootte van de hond te maken maar ook met zijn temperament. Een Engelse Cocker Spaniel, slechts een middelgrote hond, heeft toch wel meer beweging nodig dan bijvoorbeeld de Dogue de Bordeaux, die heel groot en zwaar gebouwd is. Toch is de grootte belangrijker dan je je waarschijnlijk realiseert want al schaf je een grote maar rustige hond aan hij zal toch meer ruimte nodig hebben in het huis en in bijvoorbeeld de auto dan een kleine(re) hond. Grote honden kosten ook meer in onderhoud (meer voedsel) en misschien moet je er zelfs wel een speciale omheining voor plaatsen?

Conclusie :

Kies doordacht en laat je niet enkel beïnvloeden door het uiterlijk, al mag dit uiteraard wel meespelen. Ga naar hondenshows, praat met fokkers en hondeneigenaren of bezoek eens een hondenschool. Hou er op de hondenschool wel rekening mee dat de honden die je daar aan het werk ziet in de hogere klassen niet als dusdanig geboren worden. De werklust, gehoorzaamheid en goede opvoeding die ze uitstralen en tentoon spreiden, zijn het resultaat van maandenlange wisselwerking tussen hond en (be)geleider.
Maar ga zeker kijken want als je jouw favoriete ras daar aan het werk ziet dan is dit een goede indicator van wat je met je achterliggende kennis betreffende dit specifieke hondenras kan bereiken.
Geloof me : elk hondenras is boeiend en heeft z’n eigen rasspecifieke “eigenaardigheden” die het ras zo kenmerkend en daardoor ook uniek maken.

Het is soms maar een hond zoals vele anderen maar als je er een vriend van maakt dan wordt hij uniek in de wereld!
(vrije interpretatie van “Le Petit Prince” van Saint Exupéry)

Indien je een bepaald ras gekozen hebt kan je best contact opnemen met de rasvereniging. Niet alleen kan je er extra informatie inwinnen, deze vereniging heeft tevens de adressen van die fokkers die een nest hebben of er binnenkort eentje krijgen. Sommige rasverenigingen houden wachtlijsten bij voor toekomstige hondenbezitters. Je moet dan inderdaad soms wat langer wachten maar op deze manier heb je ook de meeste kans op een gezonde en raszuivere hond.

Werklijn versus Showlijn

Niet alleen zijn er heel veel rassen maar ook binnen een ras kunnen er variaties zijn.

  • Showhonden : dit zijn honden waarbij de fokker speciaal gaan letten is op het uiterlijk van de honden. Met deze honden wordt dan voornamelijk naar tentoonstellingen gegaan waar gekeurd wordt op de schoonheid en dus de uiterlijke kenmerken van het ras. Daardoor zijn de oorspronkelijke eigenschappen = de werkeigenschappen vaak verloren gegaan.
    Wanneer je een leuke gezinshond zoekt, kan je dus perfect gelukkig zijn met een hond uit showlijnen.
  • Werkhonden : dit zijn de honden die door fokkers geselecteerd worden voor een bepaald doel. De fokker gaat deze lijn uitdiepen en een dergelijke foklijn zal dan meer “werkgericht” zijn. De honden uit zo’n foklijn hebben een sterk temperament, zijn pittiger van karakter en het is nodig om dagelijks meerdere uren actief bezig te zijn met een dergelijke werkhond om hem geestelijk en lichamelijk gezond te houden.
    Eén of twee keer per week naar de cursus en dagelijks een wandelingetje is voor honden uit een echte werklijn vaak onvoldoende. Ze zijn bovendien minder geschikt voor de absolute beginner of voor mensen die eerder op zoek zijn naar een gezelschapshond omdat dergelijke temperamentvolle honden snelle leerlingen zijn en zichzelf dus ook snel ongewenst gedrag kunnen aanleren
    Om bijvoorbeeld aan behendigheid of flyball te kunnen doen met je hond, heb je dus niet persé een hond nodig uit een werklijn.

Rashond, kruising of bastaardhond ?

Er bestaan meer dan 300 verschillende hondenrassen. De rassen die door het overkoepelend orgaan de FCI (Federation Cynologique International) worden erkend, zijn ingedeeld in tien rasgroepen. Deze worden onderscheiden naar uiterlijk, kenmerken en verwantschap. Het is een goed begin om deze rasgroepen te vergelijken en te zien welke jou het meeste aanspreekt en het beste bij jouw situatie past. Ook een goede hondenencyclopedie kan je een beeld geven van wat je van een bepaald ras kan verwachten.
Aan de hand van de raskenmerken en het beantwoorden van de voorgaande vragen + de vragen onder “een hond kiezen” is misschien al een plaatje ontstaan van een welbepaalde hond. Nu wordt het tijd om dat plaatje in te kleuren: wat wordt het precies?
Een rashond, een kruising, of een bastaard?
Ook als je geen rashond maar een kruising of bastaard wil aanschaffen, heb je er iets aan om de verschillende rasgroepen en rassen eens nader te bekijken.

  • Kruising : een kruising is een hond waarvan de ouders nog tot een ras te herleiden zijn.
    Vaak is dus van een kruising wel nog te zeggen uit welk type honden deze is ontstaan.
    In de wandelgangen wordt beweerd dat een kruising sterker zou zijn dan een rashond. Dit laatste is geen alom aanvaarde waarheid aangezien ook bij kruisingen vele lichamelijke problemen voorkomen en soms zelfs nog meer dan bij een rashond aangezien een bonafide fokker de ouderdieren met “slechte” genen niet meer zal inzetten voor de fok. Dit komt de gezondheid van de nakomelingen alleen ten goede.
    Niettegenstaande de moeder en de vader van een kruising beide nog van een herkenbaar ras zijn, is hier nog niet van tevoren te zeggen welke kenmerken de pups  precies zullen hebben. In het algemeen geldt dat de hond qua karakter het meest overeenkomst zal vertonen met het ras waar hij het meest op lijkt.
    Wie zich bij een kruising de vraag stelt : hoe groot zal mijn pup worden, kan zich nog een goed beeld vormen op basis van de grootte van de ouderdieren en gelukkig zijn die bij een kruising (meestal) gekend of nog herkenbaar.
  • Bastaard :  een bastaard is een mengelmoes en daar kan dus van alles in zitten. Maar  zelfs van een bastaard kan iemand die er een beetje kijk op heeft, zoals een dierenarts, hondeninstructeur of asielmedewerker, je wel vertellen welke rasgroepen er waarschijnlijk in terug te vinden zijn. Zo kan je toch een indicatie krijgen welke eigenschappen je eventueel kan verwachten. Maar hier blijft het heel vaak gissen en kan niemand met zekerheid zeggen welk gedrag de pup zal vertonen en of er al dan niet bepaalde gezondheidsproblemen overgenomen werden van de ouderdieren.
    Bovendien weet je bij een bastaardpup niet hoe groot de hond uiteindelijk zal worden.
    Als je een kleine of grote hond wilt,  maar uiteindelijk opgescheept zit met een reusachtig dier, heb je je volledig misrekend.  Maar als je een grote hond wilt, en het uiteindelijk een miezerig diertje blijkt, zul je natuurlijk ook niet gelukkig zijn.
  • Rashond : bij een rashond kan de fokker je precies vertellen welk gedrag de ouders en grootouders van de pup vertonen en of er bepaalde problemen voorkomen en waarop je moet letten bij de opvoeding van dit specifieke ras.
    Wie zich bovendien de vraag stelt : hoe groot zal mijn pup worden, kan zich een perfect beeld vormen op basis van de grootte van de ouderdieren en die zijn bij rashonden gekend.
    Met correcte en eerlijke informatie kan je de gevolgen van de aanschaf van een hond beter overzien en een bewustere keuze maken. Die goede voorlichting mag je verwachten bij de aanschaf van een rashond bij een betrouwbare fokker.

Hier  in  huis is eind november 2009 een fantastische asielhond komen inwonen, kruising Golden Retriever – Groenendaeler of Langharige Herder. Haar naam is “Junes” en je merkt het : veel zekerheid rond de afstamming heb ik niet.

Het is een prachtig dier met een fijn karakter maar het kan ook minder positief uitdraaien : (zie : het begin).

Persoonlijk ben ik voorstander van rashonden met stamboom om diverse redenen waarvan ik er enkele hierna ga toelichten.

Waarom een rashond met stamboom?

Vooreerst wil ik duidelijk stellen dat de stamboom een afstammingsbewijs is en en niet de gezondheid van de pup voor 100 % garandeert.
De stamboom vervangt namelijk op geen enkele manier het vaccinatieboekje dat door de bevoegde dierenarts ingevuld en gecontroleerd werd en door de fokker met de pup moet meegeven worden.
De stamboom is dus een bewijs van de afstamming van de hond en gaat drie generaties terug. De echte liefhebbers gaan aan de hand van de vermelde overgrootouders vaak nog extra informatie opzoeken over deze honden en hun bloedlijnen.
Uit de stamboom kunnen we zien dat de ouders, grootouders, overgrootouders, betovergrootouders enz .. wel degelijk tot hetzelfde ras behoren en dus kan men van echte raszuiverheid spreken. Je krijgt als koper dus een overzicht van de afstamming van je hond en achter die namen schuilt een schat aan gegevens met betrekking tot karakter, temperament, vachtconditie, erfelijke ziektes, vachtkleuren, enz …
Dit is niet onbelangrijk als je misschien ooit zelf eens een nestje wil gaan fokken want bepaalde kleuren zijn dominant over andere en bepaalde genetische aandoeningen kunnen aan de hand van de gekende afstamming uit het ras gefokt/gehouden worden.

Voorbeeld : de Engelse Cocker Spaniel heeft een genetische predestinatie voor een nierziekte die dodelijk is en voor oogziekten die tot blindheid leiden. Zie gezondheid. Indien de ouderdieren hierop niet getest werden (wat bij verantwoorde fokkers wél gebeurt) dan is de kans vele malen groter dat jouw pup die dodelijke nierziekte wél zal ontwikkelen of blind zal worden.

Biedt een stamboom een 100 % sluitende garantie op een 100% gezonde hond?

Neen.
Maar !! De aandoeningen die erfelijk bepaald zijn én reeds gekend zijn voor elk specifiek hondenras, worden er met de meeste zorg uitgefokt, de pups krijgen alle noodzakelijke vaccinaties en hierop wordt toegezien door de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus, ze worden gechipt én dit alles wordt grondig gecontroleerd.
De pups worden in echt optimale omstandigheden grootgebracht en gesocialiseerd en er is door de DNA-controle wél 100% zekerheid dat de moeder-teef  en de vader-reu wel degelijk die honden zijn die op de stamboom worden aangegeven. Wanneer beide ouderdieren blijk geven van een blakende gezondheid en een stabiel evenwichtig karakter én alle noodzakelijke gezondheidstests vóór de dekking en de worp bij beide ouderdieren werden uitgevoerd, dan zal de kans op een gezonde pup en latere gezonde hond vele vele malen hoger liggen dan bij niet-stamboomhonden.
Natuurlijk wil ik hier niet blind zijn voor de gezondheidsproblemen die specifiek gerelateerd zijn aan welbepaalde rashonden en het betreft hier zowel de erfelijke aandoeningen als de gezondheidsproblemen die te maken hebben met de raskenmerken waarop de honden gefokt zijn.
Er zijn rassen die genetisch gezien meer aanleg dan gemiddeld hebben voor heupproblemen, knieproblemen, oogproblemen en dergelijke. Door een goede fokker worden de ouderdieren op deze ziektes getest vooraleer er mee gefokt wordt. Maar naast deze erfelijke aandoeningen zijn er dus ook de rastypische problemen. Kortneuzige honden hebben bijvoorbeeld eerder problemen met de ademhaling, langharige honden met hangende oren kunnen eerder last krijgen van oorontsteking, honden met veel huidplooien kunnen last krijgen van ontstekingen of huidirritatie. Dit soort kenmerken stellen ook meer eisen aan de verzorging en kunnen een grote hap uit het budget betekenen. Een goede fokker kent “zijn product” en zal de puppiekoper voldoende informeren en begeleiden. Bij malafide handelaren of bij niet-rashonden is de eerlijkheid hieromtrent soms ver zoek …
Die grote onzekerheid rond erfelijke aandoeningen en algemene gezondheidsproblemen worden bij de aanschaf van een stamboomhond (als alles correct verloopt) tot het absolute minimum herleid. Dat is geen giswerk maar zekerheid. Daar gaat jarenlange expertise aan vooraf en de knowhow van  vele fokkers.
Voor het dilemma showhond versus werkhond richt je je ook beter tot een fokker van stamboomhonden aangezien de fokker zijn foklijn “kent” en beschikt over specifieke informatie van zijn honden en hun ouders, grootouders, betovergrootouders enz.
Dankzij deze gekende afstamming kan de fokker beter inschatten of de hond qua eigenschappen zal aansluiten bij jouw wensen.

Conclusie :

Een stamboom is zoveel meer dan wat vele mensen denken : een stukje papier om te kunnen deelnemen aan shows. Neen, de stamboom stelt ons in de gelegenheid om de morfologie en het karakter  te bestuderen van de voorouders van onze eigen hond. Zo kan de fokker bijvoorbeeld agressieve honden uitsluiten van de fok en biedt de stamboom de beste garantie dat je pup uiteindelijk de hond wordt die je jezelf toewenste met het uiterlijk dat je voor ogen had. Ik kan beknopt samenvatten dat het feit dat de pup ingeschreven is in het stamboomregister betekent dat daar op zijn minst een grondige selectie aan vooraf is gegaan.

Waarop let je bij de keuze van de fokker?

Het is van groot belang om zorgvuldig op zoek te gaan naar de juiste fokker.
Een fokker heeft kwetsbaar materiaal in handen en als hij zijn pups wil zien uitgroeien tot mentaal en fysiek gezonde honden dan is niet enkel de genetische afkomst belangrijk maar evenzeer de eerste levensweken in het nest bij de fokker zelf.
Een goede fokker gaat aan een paar basisnoden van de pups tegemoet komen zoals : veiligheid, voedsel, plaats, structuur en begrenzing en zal de pups tijdens hun eerste 2 levensmaanden voldoende socialiseren om latere gedragsproblemen te voorkomen.
Zo is uit onderzoek gebleken dat de hersenen van een pup die in het nest reeds diverse zaken heeft meegemaakt, verschillend zijn van de hersenen van zijn soortgenoot die niets meemaakte. Door al op zeer jonge leeftijd (op een correcte manier) geconfronteerd te worden met bijvoorbeeld diverse geluiden, mensen, voorwerpen, dieren en dergelijke worden in de hersenen extra verbindingen aangemaakt waardoor diezelfde pup op latere leeftijd “slimmer” is dan de pup die niet geprikkeld werd.

Aanleg speelt zeker een rol maar zegt niet alles. De ene hond is makkelijk met kinderen, een andere leert weer sneller en nog een andere is speelser van nature maar de omgeving waarin de pup opgroeit en de opvoeding/begeleiding door de fokker van bij het prille begin, bepalen in grote mate wat de hond met zijn aanleg doet.
Zo bestaat er principieel geen enkel ras dat in aanleg kindvriendelijk is. Een hond zal moeten leren vriendelijk te zijn voor kinderen en de vroege socialisatie bij de fokker is hierbij van primordiaal belang. Bij een negatieve ervaring of helemaal geen ervaring met kinderen ontwikkelen sommige pups een echte afkeer voor kinderen en snauwen ze van zich af van zodra een kind hen benadert. Een goede fokker zal de pups dus socialiseren met kinderen en erop toezien dat de pups geen nare ervaringen met kinderen opdoen in hun eerste levensweken.
Niet elk ras is bovendien op dezelfde leeftijd geestelijk volwassen. Dit is van groot belang voor de opvoeding van je hond. De ervaren fokker zal zijn aspirant-koper hierop wijzen.
Een betrouwbare fokker gaat eveneens naast alle positieve eigenschappen van “zijn” ras(sen) ook informatie geven over eventuele lichamelijke en geestelijke gebreken. Het is ontzettend belangrijk om naast de subjectieve ook naar objectieve informatie op zoek te gaan.
Zit je nog met vele vragen, neem dan gerust contact met mij of ga eens langs bij de rasverenigingen of  de dierenarts. Wij zullen je graag met raad en daad bijstaan. Zie http://www.belgian-english-cocker-club.be (de rasclub voor de Engelse Cocker Spaniel) en  http://www.belgischespanielclub.com/  (de club voor alle Spanielvariëteiten) en http://www.kkush.be/ (Koninklijke Kynologische Unie Sint-Hubertus)

Slotopmerkingen

De aanschaf van een hond via de krant of via het internet is af te raden om volgende redenen :

  • Indien een oudere hond aangeboden wordt, vraag dan goed door waarom deze hond weg moet. Heeft de hond misschien gedragsproblemen of vonden er misschien bijtincidenten plaats? Hou er rekening mee dat je hoogstwaarschijnlijk geen eerlijk antwoord krijgt.
  • Het risico is groot dat je een miskoop doet en er is meestal geen garantie dat je dan je geld terugkrijgt.
  • Diverse advertenties vermelden wel dat de ouders getest werden maar niet waarop.
  • Wanneer “garantie” wordt aangeboden, wordt hier meestal niet verduidelijkt of het om een medische garantie gaat en of deze geldt voor erfelijke aandoeningen en zo ja : hoe lang?
  • Dergelijke advertenties beloven je “gratis thuislevering” en pups die “onmiddellijk beschikbaar” zijn en je kan “in meerdere keren betalen” enz … Stel jezelf eens de vraag of je wel een hond wil thuisgeleverd krijgen die je niet in het nest zag spelen, waarvan je de moederhond niet zag, die je niet zelf ter plaatse gekozen hebt en die je zoals een bankstel in meerdere keren mag afbetalen?
  • De aankoop via krantenadvertenties of via zoekertjessites op het internet gebeurt te vaak impulsief. Dergelijke pups zijn opvallend goedkoper dan de raszuivere pups. Je wordt niet op een wachtlijst geplaats en moet geen weken of maanden wachten en dus is het verleidelijk voor de aspirant-koper om de beslissing snel te nemen. De aanschaf betekent geen hap uit het budget en het is toch zo fijn om je dochter of je zoon die pup te kopen waar hij/zij om vraagt. Echter : bezint eer je begint !! want à
  • Tot slot : mijn allergrootste bekommernis :

Via krant, internet of de dierenwinkel is de kans groot dat je terecht bent gekomen bij de broodfok. De broodfokkers zelf hebben meestal veel honden en heel veel pups van diverse rassen en om door de mazen van het controlenet te glippen, werken zij met tussenpersonen die slechts één of twee nestjes per keer aanprijzen in de krant.
Achter de schermen van deze hondenhandel gaat ontzettend veel dierenleed schuil.
De handelaren houden de  honden enkel uit financieel belang en winsbejag.
Met andere woorden : hoe meer pups een hond krijgt, des te beter voor hun portemonnee. Dus worden de teefjes bij elke loopsheid gedekt en is bovendien de verzorging minimaal. De honden worden in kleine kooien ondergebracht die ze vaak nooit in hun ganse leven mogen verlaten. Tussen de honden onderling ontstaat een moordende concurrentie om voedsel en water. Er is geen enkele vorm van socialisatie en de moederteef is vaak zelf zo verzwakt dat ze onvoldoende melk heeft waardoor vele pups in het nest sterven of lage overlevingskansen hebben bij de nieuwe eigenaar.
Regelmatig voeren dergelijke handelaren de pups in vanuit het buitenland waar de leefomstandigheden van de honden zo mogelijk nog gruwelijker zijn. De overlevingskansen tijdens het transport zijn zó laag dat vele pups nooit te koop aangeboden worden omdat ze de rit niet overleven.
Mijn enige betrachting bij deze laatste opmerking is jullie – hondenliefhebbers – een beetje  te sensibiliseren. De volgende verhalen werden door honden geschreven.
Ze zijn ontroerend, hartverscheurend en jammer genoeg nog steeds bittere werkelijkheid voor vele honden : Ik was een broodfokhond en Mams. Lees ook het ontroerende verhaal van Lissa.
De realiteit zie je ook op “youtube” onder “puppiemills”. Opgelet : deze filmpjes zijn hard!